
Welkom!
Drama, Poppenkast met Water
Poppenkast Spelen (Water)
Doelstelling
De kinderen kunnen zich inleven in een ander personage en maken hierbij gebruik van stem, mimiek, beweging, kortom expressie. (Zij kunnen zichzelf presenteren voor de groep in de vorm van een poppenkastvoorstelling).
Introductie
Als introductie kun je zelf een poppenkastvoorstelling geven. Voor de verhaallijn zie bijlage 1. Zorg dat voor binnenkomst het frame van de poppenkast goed zichtbaar in het midden voor de klas staat. Daaromheen staan in een halve kring de stoelen van de leerlingen. Zodra iedereen aanwezig is, kun je beginnen met de poppenkast. De benodigdheden zijn: Poppenkastpoppen van Ariël (Albert Heijn), het frame van een poppenkast en het verhaallijn (bijlage 1). Als de voorstelling is afgelopen ga je er met de leerlingen over napraten. Waar ging het over? Als je poppenkast speelt, waar moet je dan allemaal op letten? (stemgebruik, stemvariatie, bewegingen van de poppen enz).
Je vertelt aan de leerlingen dat ze nu zelf in groepjes van 4 een poppenkastvoorstelling gaan maken. Je vertelt dat ze beginnen met het schrijven van een verhaal rondom het thema water. Maak eventueel even een woordweb op het bord. (waar denk je aan bij water?) Waar wil je het verhaal over laten gaan?, hoeveel rollen heb je daarvoor nodig? Zodra het verhaal van de leerlingen bekend is, laten ze dit aan jou zien. Voor het schrijven van een verhaal geef je ze 20 minuten. Na die 20 minuten geef je uitleg over hoe je een speelschema opschrijft (voor een voorbeeld zie bijlage…..). Een speelschema (zie Bijlage 1) zorgt ervoor dat ze tijdens het spelen goed kunnen zien wanneer wie, wat zegt.
Vervolgens vertel je dat de leerlingen in hun groepje de rollen gaan verdelen en dat ze aan het werk gaan met het schrijven van een speelschema. Zelf loop je rond om de leerlingen te ondersteunen bij het schrijven van een speelschema. Zodra ze klaar zijn met het schrijven van een speelschema mogen ze gaan oefenen.
Verwerking
Nu zijn alle speelschema’s af en kunnen de leerlingen onderling oefenen. Het is handig om hiervoor een speelzaal te reserveren zodat je overzicht houdt over de verschillende groepen terwijl ze oefenen. Zelf loop je rond en kijk je mee. Je zou eventueel de leerlingen advies kunnen geven over iets wat beter kan, of juist waar ze heel goed in zijn! Hier geef je de leerlingen ook 20 minuten voor.
Afsluiting
Nadat iedereen heeft kunnen oefenen is het leuk als ze de voorstelling van elkaar mogen
bekijken en eventueel feedback op mogen geven. Daarvoor is het handig om punten (bijlage 2) op het bord op te schrijven, zodat ze gericht ernaar kunnen kijken. Het is handig om ook dit keer het te doen in een speelzaal of anders in dezelfde opstelling als bijde introductie. Maak een schema wie er eerst komt en wie er dan volgt. Zo kunnen de leerlingen zich erop voorbereiden wanneer ze aan de beurt zijn. Zorg ervoor dat je na iedere voorstelling gelijk bespreekt, zodat de leerlingen het nog vers in het geheugen hebben.
Bijlage 1: Introductie + Speelschema
Poppen: Ariël, Botje, Sebastiaan, Koning Triton.
Het verhaal speelt zich diep in de zee af.
Ariel: Hoi Botje en Sebastiaan
Sebastiaan: Hallo Ariel
Botje: Hoi Ariel
Sebastiaan: Wat gaan jullie vandaag doen?
Botje: Niks
Ariel: Ik weet het niet, ik wou samen met botje naar het gezonken schip gaan!
Botje: Nee Ariel, dat wil ik niet!
Sebastiaan: Ariel je weet dat je vader je dat heeft verboden
Botje: Ja Ariel
Ariel: Botje hou op! En Sebastiaan, ik mag toch niks van me vader, dus waarom zou ik luisteren. alles wat ik wil is het antwoord nee!
Sebastiaan: Je vader is bezorgd om je, hij is tenslotte de koning, dus ik zou maar luisteren
Ariel: Wat dan nog?
Sebastiaan: Als ik merk dat je er vanmiddag niet ben, ga ik gelijk naar je vader toe en zeg ik het.
Botje: Ariel niet doen, er zijn allemaal haaien in die buurt en je bent ook ver van huis voor hulp.
Ariel: Botje stel je niet aan!
Botje: En de zeeheks dan?
Ariel: Botje hou op! En kom
Sebastiaan: Ariel, ik ga naar je vader hoor!
Ariel: Je gaat maar, als jij dan weg ben, ga ik lekker weg!
Botje: Ik blijf hier hoor!
Ariel: Nee kom mee botje, we gaan al niet meer naar het schip toe.
Botje: Weet je het zeker Ariel, ik geloof je niet
Ariel: Ja botje heel zeker, is het zo goed papa Sebastiaan.
Sebastiaan: Goedzo Ariel, ooit wordt je wel een volwassen meid.
Ariel: Dankjewel, Doeg Sebastiaan
Botje: Doei
Sebastiaan: Dáág en let goed op, niet naar het schip toe!
Ariel: Doen we!
Botje: Ariel waar gaan we heen?
Ariel: Botje het is niet eng
Botje: o-okee
Ariel: Kijk we zijn er
Botje: Jeetje wat is het donker
Ariel: Ja, weet ik, sorry
Sebastiaan: Ah-ha, wat gaan jullie hier doen?
Ariel: woo, jeetje Sebastiaan je liet ons schrikken
Botje: Jaa Sebastiaan!
Sebastiaan: En dat moet ook, kijk is hoe bang jullie zijn!
Ariel: We zijn helemaal niet bang Sebastiaan.
Botje: Nee
Sebastiaan: Jullie gaan je hier z-ker verstoppen, zodat ik jullie niet zie en dan gaan jullie naar dat schip!
Ariel: nee hoor, dat wouden we niet doen.
Sebastiaan: oh wat dan wel?
Ariel: Nou ik wou alleen maar naar Urshalla de zeeheks gaan!
Botje: U-urs-halla…..
Ariel: Ja Botje weet je nog?
Botje: Ohja, klopt, je wou vragen hoe we bij dat schip kwamen..
Ariel: Niet waar Botje, dat is niet eerlijk van je
Botje: Ja maar Ariel jij wou niet zeggen, waar we naar toe gingen. En ik vind het hier niet zo leuk in het donker.
Sebastiaan: Oké Ariel kom we gaan terug!
Ariel: Alleen als ik later 16 Jaar bent, wil ik wel naar dat schip gaan!
Sebastiaan: Nou Ariel, dat moet je niet aan mij vragen, vraag dat maar aan je vader!
Botje: Nou ik denk dat, dat niet mag hoor.
Ariel: Maar Sebastiaan, als jij het er nou met mij vader over heb, misschien dat ik dan wel mag!
Sebastiaan: Nou Ariel dat weet ik nog niet hoor, zien we dan wel!
Botje: Ssst, weet wel dat ik dan oud ben, en dan ga ik niet meer!
Ariel: Dat zeg je nu botje, maar ik weet zeker dat je dan mee wil.
Botje: Eindelijk thuis!
Ariel: Zo Sebastiaan, zeg jij het maar tegen me vader.
Sebastiaan: Ik zeg helemaal niks, Ariel.
Kn. Triton: Zo Ariel, Botje en Sebastiaan, waar zijn jullie de hele tijd gebleven?
Sebastiaan: Koning, Ariel en Botje waren weer iets verkeerds aan het doen.
Botje: Niet waar, ik wou niet
Ariel: Ohhh, Sebastiaan wat kan jij liegen zeg.
Kn. Triton: Ophouden Allemaal!! Wat is hier het probleem Ariel?
Ariel: Nou papa, ik wou naar het gezonken schip gaan, maar dat mocht niet van Sebastiaan!
Sebastiaan: klopt.
Kn. Triton: Maar dat weet je zelf ook Ariel, Je bent er nog veel te jong voor en dan nog iets, er zwemmen daar haaien en de zeeheks woont daar in de buurt.
Botje: Zie je Ariel, ik heb wel gelijk!
Sebastiaan: En ik ook!
Ariel: Jeetje jullie gunnen me ook niks, en de zeeheks is helemaal niet zo erg als dat jullie denken, heb nog nooit last van der gehad!..
Kn. Triton: Ariel, snap het nu is, wij gunnen je heus leuken dingen, maar begrijp dat je nog te jong bent, om zulke uitstapjes in je eentje te doen.
Ariel: Maar papa, ik wou het niet in me eentje, ik vroeg of Botje meeging, maar die wou niet.
Sebastiaan: En ik ook niet..
Botje: Nee het is mij daar veelste gevaarlijk, voor zo’n kleine vis als mij.
Kn. Triton: Ariel, je kan niet iemand dwingen om mee te gaan.
Ariel: Ja maar ik wil er zo graag heen, de mensen hebben zulke mooie en aparte dingen die wij niet hebben.
Kn. Triton: Ja, maar Ariel, de spullen die de mensen gebruiken zijn gevaarlijk!..
Ariel: Dat valt best wel mee papa.
Botje: Nee, je kan je er behoorlijk mee bezeren hoor
Sebastiaan: ja, je hebt helemaal gelijk Koning Triton!
Ariel: Maar papa, wanneer mag ik er dan heen?
Kn. Triton: Ariel als jij je goed kan beschermen, dan mag jij van mij op je 16 leeftijd er een keer heen met mij erbij!
Ariel: Beschermen tegen wie pap, je doet alsof er een zeemonster bestaat!
Kn. Triton: En die bestaat Ariel, de zeeheks, Urshala.
Ariel: Dus ik mag als ik 16 ben erheen!
Kn. Triton: Ja, maar ik ga dan wel mee!...
Ariel: Oké papa, dankjewel!!...
Botje: nee he, ben ik alsnog verplicht om te gaan!
Sebastiaan: Koning. Triton, weetje zeker dat je dit wilt?
Kn. Triton: Ja Sebastiaan, je houdt haar niet tegen..
Bijlage 2: Evaluatie punten
Hieronder zie je een paar voorbeeldvragen. Heb je zelf nog andere vragen in gedachten, mag je die natuurlijk ook opschrijven.
- Hoe vond je het gaan?
- Hoe was de stemvariatie?
- Was de pop die praten ook degene die bewoog?
- Was het verhaal duidelijk? (verhaallijn)