Praktijkonderzoek Mieneke Kralt

Ik loop stage in groep 5. Op mijn stage wordt op verschillende manieren aandacht besteedt aan kunstzinnige oriëntatie. Met mijn praktijkbegeleider heb ik een gesprek gehad over waar zij zoal aandacht aan besteden en hoe. Zij gebruiken 1 methode voor muziek en voor beeldende vorming: Moet je doen. Mijn praktijkbegeleider zelf is niet zo tevreden over de methode; ze vindt de opdrachten niet zo leuk. Vaak bedenkt ze zelf wat. Voor muziekles gebruikt ze de methode echter vaker dan voor beeldende vorming. Helaas is er voor muziek niet heel veel tijd in het rooster. Dat vind ik persoonlijk erg jammer. Wel probeert mijn praktijkbegeleider het zo vaak mogelijk te doen. Wat er aan bod komt zijn de onderwerpen: ritme/maat, hoge/lage tonen, open/gesloten noten en muziek maken met instrumenten en zang. Een keer in de 6 weken komt er wel een muziekdocent (vakdocent) die langs alle klassen gaat om muziek te geven. Hij neemt dan ook een hele kar mee met muziekinstrumenten en doet verschillende opdrachten. Dat vinden de kinderen altijd geweldig. Als ik stage loop op donderdag, probeer ik ook altijd muziekles te geven. Zelf werk ik dan graag met de muziekbundel Eigenwijs.

Ook is er 1 keer in de zoveel tijd een creamiddag, waar dan aandacht wordt besteed aan muziek, dans, drama en beeldende vorming. Daar zijn ze dan echt de hele middag mee bezig. Die middagen worden georganiseerd door de leerkrachten en ouders van die klassen.

Op het gebied van dans en drama wordt eigenlijk vrij weinig gedaan op mijn praktijkschool. Tijdens de kanjertraining wordt er wel soms een stukje drama bij betrokken.

Zoals ik al zei komen dans en drama wel aan bod tijdens de creatieve middag. Maar niet specifiek in de klas.

Bij beeldende vorming bedenkt mijn praktijkbegeleider vaak zelf de opdrachten of haalt ze van het internet. Vaak kiest zij een thema, bijvoorbeeld pinguïns en dan werken de leerlingen in 3 groepen. De ene groep doet iets met klei, de andere groep in het platte vlak, etc. De leerlingen wisselen dan ook als ze 1 kunstwerk afhebben en gaan dan naar de volgende groep. Ze geeft 1 lange uitleg en dan kunnen de leerlingen daarna een aantal keer gelijk aan de slag. Soms maakt ze gebruik van vaststaande opdrachten (het eindproduct staat al vast), soms ook van vrije opdrachten (het einddoel is onbekend, meer gebruik van eigen creativiteit en fantasie). Dat laatste vind ik persoonlijk belangijker.