
Welkom!
Praktijkonderzoek Miranda van der Hoeven
Op mijn stageplek maken ze geen gebruik van een vaste methode voor de kunstzinnige vakken. Één keer in de 2 maanden wordt er een creamiddag georganiseerd. Dit komt vanuit de leerkrachten zelf.
Tijdens een vergadering krijgt iedere leerkracht een van de kunstzinnige vakken toegewezen en bedenkt daar zelf een opdracht bij.
Zodra dat bekend is mogen de leerlingen zich inschrijven en zijn ze de hele middag bezig met bijvoorbeeld dans of drama of muziek maken of iets voor beeldende vorming. Zo’n creamiddag is voor elke bouw. De bovenbouw- en middenbouw groepen gaan door elkaar en bij de kleuters (onderbouw) wordt het in de eigen klas gehouden, in groepjes. Iedere creamiddag is er weer iets nieuws.
Hier wordt niet bijgehouden wie wat wanneer heeft gedaan.
Dus het kan zo zijn dat een leerling telkens kiest voor muziek omdat het de andere opties niet leuk vindt. Een creamiddag is natuurlijk heel leuk, maar omdat alle midden- en bovenbouwgroepen bij elkaar zitten, denk ik niet dat er voldoende wordt stilgestaan bij de beleving van de kinderen en de leefwereld.
Een kind in groep 6 kan een andere beleving hebben dan een leerling in groep 8. Daarnaast vind ik dat de kunstzinnige vakken erg weinig aanbod komen op school. Natuurlijk wordt er één keer in de week iets geknutseld in de groep, en worden er af en toe liedjes gezongen. Dit is echter oppervlakkig (alles van een cd). Er wordt nauwelijks iets met drama gedaan.
Ik heb voor een ict-les met de leerlingen reclamespotjes gemaakt en dit vonden ze onwijs leuk. Kortom, de leerlingen zijn erg enthousiast, maar er is in het onderwijsschema, naar mijn idee, te weinig aandacht voor de kunstzinnige vakken.